Unieke aanwinst Fries Scheepvaart Museum - Ivoren 'bloemenschip'

Unieke aanwinst Fries Scheepvaart Museum - Ivoren 'bloemenschip'

maandag 21 maart 2005

Op 21 maart is in het Fries Scheepvaart Museum in Sneek een bijzondere en kostbare aanwinst gepresenteerd: een uit ivoor gesneden ‘bloemenschip’. Het maar liefst 75 cm lange pronkstuk werd in de achttiende eeuw vervaardigd in China. 

De presentatie was in het kader van het 50-jarig bestaan van de Ottema-Kingma Stichting (OKS) die haar werk begon in 1955, toen haar stichter de kunstkenner en -verzamelaar Nanne Ottema overleed.


Het ivoren bloemenschip, eigenlijk een soort bordeel, is in Nederland terecht gekomen dankzij Jan de With. Hij trad in 1729 als 14-jarige jongen in dienst van de VOC. Hij begon als matroos en maakte als zeeman snel carrière. Hij genoot een groot vertrouwen bij de Hoge Regering in Batavia. In '46 benoemde de VOC hem tot commandeur van de jaarlijkse retourvloot. Negen schepen vol kostbaarheden stonden onder zijn bevel. Na aankomst in Nederland trouwde hij met een Friezin. Ze vestigden zich in Staniastate in Oentsjerk.
Het door hem geschreven reisverslag is in de tentoonstelling te zien. Het prachtige model van een Chinees bloemenschip nam hij ooit mee als souvenir uit Canton.

Na zijn huwelijk met Wikje Minnema uit Dokkum vestigde Jan de With zich in Friesland en hij werd kapitein bij de Admiraliteit in Friesland. In 1758 kocht hij in Oentsjerk de buitenplaats Staniastate die hij Hofwegen noemde. Daar stond ooit zijn ivoren pronkmodel opgesteld. Het model bleef in bezit van zijn nazaten tot vorig jaar.

Dat de aanwinst zeer bijzonder is blijkt wel uit het feit dat in West-Europa slechts een vijftal ivoren schepen bewaard gebleven. Het exemplaar dat een plaats krijgt in het Fries Scheepvaart Museum is vergelijkbaar met ivoren bloemenschepen in de collectie van H.M. Koningin Margaretha van Denemarken in Kopenhagen en van het Victoria and Albert Museum in Londen.

De OKS wist het met steun van de Vereniging Rembrandt op een veiling in Amsterdam te verwerven voor het Fries Scheepvaart Museum. Daar zal het geëxposeerd worden als herinnering aan Friezen uit de geslachten Bergsma (Van Haersma) de With, Canter Visscher en De Wendt, die carrière maakten in de Vereenigde Oostindische Compagnie en die met hun verworven rijkdommen repatrieerden en in Friesland een bestuurlijke carrière maakten.