Twee zilveren kandelaars van Berber Arnoldi

ObjectnummerOKS 2008-012
VervaardigerStorm, Berend Roelofs
VervaardigingsplaatsLeeuwarden (Nederland)
Datering 1760
ObjectnaamKandelaar
MateriaalZilver
Standplaats Fries Museum
Afmetingen Hoogte 20.0 cm
Gewicht 698.0 gr
Nadere informatie?Mail met de standplaats

Omschrijving

Als versiering zijn op de voet en de schacht van de kandelaar eenvoudige schelpmotieven en lambrequins aangebracht. Op de gladde bovenrand van de voet zijn de wapens Arnoldi-Knock gegraveerd. Onder de voet de inscriptie: ‘Gegeven door Mevru: Knok tot Een Peet Stuk aan haar kln. Dogter Jufr. Berber Sovia Arnoldi 1734’. De kandelaars zijn gemaakt in een periode waarin de Lodewijk XV-stijl in de mode was. Aan de ronde, vloeiende vormen is dit ook af te lezen, maar de kleine ornamenten verwijzen nog duidelijk naar de vormentaal van de Lodewijk XIV-periode. De twee stijlen zijn zo soepel met elkaar verweven, dat er een elegant stel kandelaars is ontstaan. Het is aan te nemen, dat de kleine Berber een bedrag heeft gekregen bij haar doop van haar doopheffer of peetoma. In zeventiende-eeuwse egodocumenten is te vinden, dat daar dan soms bij stond "om iets moois van te laten maken". Blijkbaar is dat gebeurd en heeft zilversmid Berend Storm de kandelaren gemaakt incl. de inscriptie. Nicolaas Arnoldi, de vader van Berbera of Barbera Knock, heeft via zijn contacten bij het Stadhouderlijk Hof de zilversmid Berend Storm vaker opdrachten kunnen geven. De kandelaars horen tot het vroegste werk van Berend Storm uit Leeuwarden, die in 1759 meesterzilversmid is geworden. Tussen 1770 en 1780 kreeg hij verschillende opdrachten van de Staten van Friesland. Zo leverde hij hen twee kostbare gouden dozen, pillegiften – doopgeschenken – voor prinses Frederika Louise Wilhelmina en prins Willem Frederik, de latere koning Willem I. De wapens op de kandelaars zijn van dr. Nicolaas Arnoldi (1696-1777) en zijn vrouw Barbara Knock (1699-1784). Nicolaas Arnoldi was advocaat aan het Hof van Friesland en werd al op jonge leeftijd particulier secretaris aan het Stadhouderlijk Hof. Vanaf 1735 werd hij daar ook aangesteld als thesaurier-generaal. Daarnaast vervulde hij belangrijke functies binnen het stadsbestuur van Leeuwarden en als president van het krijgsgerecht bij de Friese en Nassause regimenten. Ook buiten de provincie had hij nevenfuncties met aanzien. Hij trouwde in 1729 en werd vader van zes kinderen, van wie alleen de jongste dochter Jetske Anna kinderen kreeg. Zijn tweede dochter, geboren in maart 1734, heette Berbera Sophia. Net als haar moeder en oma werd ze Berber genoemd. De kandelaars zijn gemaakt in het jaar van haar huwelijk met de advocaat Petrus Wielinga. Ze overleed in datzelfde jaar op 26-jarige leeftijd, waarna deze voorwerpen bij haar zusje Jetske zijn terechtgekomen. Volgens de inscriptie werden de kandelaars aan Berber Arnoldi geschonken door haar grootmoeder, ‘Mevru: Knok’. Dit moet Berbera Bay (1669-1738) geweest zijn, de echtgenote van haar grootvader van moeders zijde, Barold Knock (1664-1722). De kans is groot, dat deze oma haar kleindochter vastgehouden heeft bij haar doop. Het is de gewoonte dat een doopheffer de pasgeborene een kostbaar geschenk schenkt, of een geldbedrag dat gereserveerd wordt. Berbera Bay overleed in 1738 en mogelijk heeft haar dochter de belofte gerealiseerd door van het geldbedrag kandelaars te laten maken.

Documentatie

  • Fries goud en zilver / Molen, J.R. ter
  • Heeren van den Raede : biografieën en groepsportret van de raadsheren van het Hof van Friesland, 1499-1811 / Vries, Oebele
  • Friezen uit vroeger eeuwen : opschriften uit Friesland 1280-1811 / Walle, Hessel de
  • Catalogus der tentoonstelling van antieke goud- en zilverwerken : Friesch Museum te Leeuwarden 15 Augustus-15 September 1927
  • Merken van Friese goud- en zilversmeden / Voet, Elias
  • geslacht Arnoldi / Leeuwen, Jacob van