Eerste Nanne Ottema Lezing 2007 onder grote belangstelling gehouden

Eerste Nanne Ottema Lezing 2007 onder grote belangstelling gehouden

maandag 19 november 2007

Op vrijdag 16 november 2007 heeft in Leeuwarden de eerste Nanne Ottema Lezing plaatsgevonden. Aan de lezing was een symposium gekoppeld. De bijeenkomst trok veel belangstelling uit het hele land, het aantal aanmeldingen overschreed het aantal beschikbare plaatsen dan ook ruimschoots. De lezing, met als thema de veranderende plaats van kunstnijverheid in internationaal perspectief, werd gehouden door prof. dr Peter Fuhring, in het kader van de leerstoel voor de Toegepaste Kunsten en Kunstnijverheid aan de Radboud Universiteit Nijmegen, die hij bekleedt. Deze leerstoel is ingesteld door de Ottema-Kingma Stichting.
Fuhring ging in zijn verhaal in op de geschiedenis en ontwikkeling van het tentoonstellen van kunstnijverheid en besloot met een aantal recente internationale trends.


Prof. dr Peter Fuhring houdt de eerste Nanne Ottema Lezing

Tijdens het symposium schetste een viertal sprekers, te weten drs. P. Sigmond (Rijksmuseum Amsterdam), prof. dr. Titus M. Eliëns (Haags Gemeentemuseum), mevr. Véronique Vandekerchove (Stedelijke Musea Leuven) en drs. Cees van ’t Veen (Fries Museum en Keramiekmuseum Princessehof) hoe stukken kunstnijverheid in ‘hun’ musea werden en worden geplaatst. Zo zal in de nieuwe Rijksmuseum een aantal topstukken worden opgesteld tussen de kunst met een grote ‘K’, een geïntegreerde opstelling van schilderijen, beelden en kunstnijverheid dus. Tevens zal een aantal zalen specifiek worden gewijd aan kunstnijverheid, waaronder Delfts aardewerk en zilver. Ook het Fries Museum plant voor zijn nieuwe inrichting een gemengde opstelling.


Aan het eind van het symposium volgde een debat met de sprekers, waaraan prof. dr. C. Willemijn Fock (emeritus hoogleraar universiteit van Leiden), prof. dr. Jos Koldeweij (Radboud Universiteit Nijmegen) en prof. dr. Gerard Rooijakkers (P.C. Meertensinstituut/Universiteit van Amsterdam) werden toegevoegd.

Gerard Rooijakkers benadrukte het belang van het tentoonstellen van afwijkende objecten: “Een belangrijke kwaliteit van het verleden is dat het anders is, vreemd is. Musea zouden niet alleen moeten appelleren aan bevestiging en herkenning. Ook het niet-kenbare, vreemde deel van het verleden moet worden getoond. Dat levert een interessant spel op tussen vreemd en eigen”. Boeiend was ook de discussie ten aanzien van de vraag wanneer een object nu een gebruiksvoorwerp of een kunstvoorwerp is.

Véronique Vandekerchove kwam met een illustratief voorbeeld, waaruit blijkt dat die grens niet altijd zo makkelijk is te trekken. In het museum in Leuven bevindt zich een middeleeuwse beeldengroep voorstellende de Graflegging. De twee figuren die Christus dragen hebben armen die kunnen bewegen. De groep werd meegevoerd tijdens processies; het waren dus gebruiksvoorwerpen. Heden ten dage pronkt de beeldengroep in het museum als kunstvoorwerp.

Tevens werd uitvoerig ingegaan op het feit dat museale presentaties zeer aan mode onderhevig zijn. Semi-permanente presentaties hebben hooguit een levensduur van een enkele generatie. In dat verband was een uitspraak van Cees van ’t Veen van belang: “Er bestaat geen absolute norm in de wijze van presenteren, ook niet voor kunstnijverheid. Deze visie ondersteunt de gedachte van het Fries Museum dat we een gebouw moeten bouwen dat functioneel is, maar ook flexibel, zodat het lang mee kan. Wij bouwen nu een museum dat over pakweg 50 jaar voor opvolgende directeuren ook een goed museumgebouw moet zijn”.

Het debat werd afgesloten met een hartstochtelijk pleidooi van de sprekers richting de universiteit van Leiden voor de voortzetting van de leerstoel kunstnijverheid. Deze voor Nederland unieke leerstoel dreigt namelijk te worden opgeheven.

Tijdens de afsluiting van het symposium werd de heer Vegter door voorzitter Douwe de Vries in het zonnetje gezet. De heer Vegter treedt dit jaar terug als bestuurslid van de OKS, na vijftien jaar het secretarisschap te hebben vervuld. 

De publicatie met de tekst van de eerste Nanne Ottema Lezing, getiteld "Kunstnijverheid en het Museum", is nu helaas uitverkocht.